top of page

Methodiek Meer Mens

 

 

Meer Mens

De methode Meer Mens is ontwikkeld binnen Stichting Prisma voor de doelgroep mensen met een ernstige verstandelijke beperking, mensen met een dementie en mensen met een Niet Aangeboren Hersenletsel. Een groep cliënten die zich moeilijk kunnen uiten en over het algemeen in bijna alle dagelijkse levenshandelingen afhankelijk zijn van anderen. De methode biedt zorgverleners handvatten om deze cliënten beter te leren kennen en in de zorg en begeleiding beter aan te sluiten bij wat zij eigenlijk nodig hebben. Het doel van de methode is uiteindelijk om deze groep zeer zorgafhankelijke cliënten zo meer regie over hun eigen bestaan te geven en de kwaliteit van hun leven daarmee te verbeteren. De kern van de methode is het zorgcontact. Zorgen voor een ander betekent immers altijd ‘contact maken met die ander’. Wat voor soort zorg je ook geeft, zorgen voor een ander kan niet zonder dat contact, zonder interactie. De kwaliteit van zorg staat of valt dus met de kwaliteit van je zorgcontact. En daar gaat de methode Meer Mens over, over het optimaliseren van het zorgcontact dat jij hebt met de mensen waar je voor zorgt.

 

Door middel van de methode, gebaseerd op de theorie van Ervaringsordening van dr. D. Timmers-Huigens en onderbouwd met een methodische manier van werken, leren medewerkers, familie en het netwerk de (complexe) hulpvraag, de wensen en mogelijkheden van de individuele mens met een beperking beter te herkennen. Ze krijgen handvatten aangereikt om daar effectief, gericht, methodisch en doelmatig bij aan te sluiten. Er wordt met name ingegaan op hoe de ondersteuning afgestemd kan worden op de ervaringsordening van de cliënt (co-regulatie). Het specifieke van de methode is dat hij stapsgewijs in het werkveld wordt geïntroduceerd, dat elke medewerker direct aan de slag gaat en stap voor stap, met ondersteuning vanuit de casemanager, komt tot een beter inzicht in de cliënt. Elke stap is weer direct in de praktijk toe te passen.

 

Werkwijze

De delen van ervaringsordening en co-regulatie worden uitgelegd waarna een profielschets wordt ingevuld. De profielschets is een belangrijk instrument om zicht te krijgen op de manier van ordenen van ervaringen van cliënten. Het begrip basisveiligheid en de factoren die hierop van invloed zijn worden uitgelegd. Voor mensen met een beperking staan een aantal van de voorwaarden voor basisveiligheid onder druk.

 

Er wordt een lijst met aandachtspunten ingevuld als hulpmiddel om hier meer duidelijkheid in te krijgen. Een gedragsduiding wordt gemaakt, waarmee de communicatie met de desbetreffende cliënt beter wordt begrepen.

Na deze stappen wordt gezamenlijk de beeldvorming vastgelegd en het perspectief vastgesteld.

 

Binnen de methode worden drie lange termijn doelen gehanteerd: verbreding en verdieping, stabilisering en behoud en omgaan met afnemende mogelijkheden. Het werkdoel, met eventuele subdoelen, wordt vastgesteld en bij elk van de drie doelen wordt de werkwijze beschreven. Door middel van deze methodische benadering en een bijbehorend rapportagesysteem wordt zo een duidelijke beeldvorming over de eigen keuze van de cliënt, de werkdoelen en zijn/haar voorkeuren verkregen.

Hierop kan men de beeldvorming gaan verdiepen door het aanbieden van activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van de cliënt (met cliënt bedoelen we de mens met een verstandelijke beperking, niet aangeboren hersenletsel of dementie).

 

(Bron: methodieken.nl)

bottom of page